Opdracht 1: Led met schakelaar
Opdracht 1.1:
Bouw de stroomkring volgens onderstaande tekening, let op de plus- en minkant van de LED. Druk de drukknop in en de LED brandt. Als de drukknop wordt ingedrukt, wordt de stroomkring gesloten, er kunnen elektronen door stromen, de LED zal branden. Welke richting stromen de elektronen? Van plus naar min of van min naar plus?
Opdracht 1.2:
Draai de LED om. Wat gebeurt er dan als je op de knop drukt?
Opdracht 2: Aansluittester van een batterij
Opdracht 2.1:
Bouw de stroomkring volgens onderstaande tekening. Welke kleur LED brandt?
Opdracht 2.2:
Draai de batterij om. Welke kleur LED brandt nu?
Opdracht 3: Tiptoets schakeling
In dit project gebruik je niet een drukknop om een LED te schakelen, maar de schakeling verzorgd door een transistor.
Opdracht 3.1:
Bouw de stroomkring volgens onderstaande tekening. Er gaat een hele kleine stroom via je vinger lopen, deze kleine stroom (basisstroom) is voor de transistor nodig om de LED te schakelen (emitterstroom). Opmerking: de weerstand van 47 kΩ mag worden vervangen door een weerstand van 51 kΩ. Waarom gaat de lamp branden denk je als de vinger bij het aanraakpunt in contact komt?
Opdracht 3.2:
Maak je vinger nat en druk dan op de contactpunten. Brandt de LED nu even fel?
Opdracht 4: Aan-uit schakeling met aparte drukknoppen
Bouw de stroomkring volgens onderstaande tekening. De “aan” knop zal de LED aan zetten, ook als je de knop loslaat blijft de LED aan. De LED gaat pas uit als je op “uit” knop drukt, waarom is dit?
Opdracht 5: Aan-uit schakeling met aparte tiptoetsen
Dit project lijkt op opdracht 4 alleen wordt hier de schakeling gemaakt met aanraakpunten (tiptoetsen). Door het gebruik van de BS170 transistor is de schakeling behoorlijk vereenvoudigd. Wat zou het voordeel en nadelen kunnen zijn ten opzichte van opdracht 4?
Opdracht 6: Tiptoets dimmer
Bouw de stroomkring volgens onderstaande tekening. Gaat de LED bij aanraking niet branden? Probeer eens je vinger nat te maken. Let op: 100nF = 0,1 uF. Zet er eens een condensator extra bij.
Opdracht 7: Lichtdetector
De LED gaat branden als er licht op de sensor (LDR) valt. Bouw de stroomkring volgens onderstaande tekening. Door de weerstand van 470 Ω te veranderen stel je de gevoeligheid van de LDR in. Hoe komt dit?
Opdracht 8: Schemerschakeling
De LED gaat branden als het donker wordt op de sensor (LDR). Bouw de schakeling volgens onderstaande tekening. Door de weerstand van 47 kΩ te veranderen stel je de gevoeligheid van de LDR in.
Opdracht 9: Knipperende LED
Met deze schakeling laat je een LED knipperen.
Opdracht 9.1:
Bouw onderstaande tekening.
Opdracht 9.2:
Vervang de waarde van de condensator 10uF met 100uF, kijk wat er gebeurt.
Opdracht 10: Om en om knipperende LED’s
Met de schakeling gaan de LED’s om en om knipperen. Bouw de schakeling volgens onderstaande tekening. Verander je de weerstand van 100 kΩ dan zullen de LED’s sneller of langzamer gaan knipperen.
Opdracht 11: Timerschakeling
Door kort op de schakelaar te drukken gaat de LED branden, na een tijdje gaat de LED langzaam uit. Bouw de stroomkring volgens onderstaande tekening. De tijd is te beïnvloeden door de weerstand R1 te veranderen. Kleinere weerstand geeft een kortere tijd, of door de capaciteit van de condensator aan te passen. Een grotere capaciteit geeft een verlenging van de tijd. Waarom is dit?
Opdracht 12: Looplicht met 3 LED’s
Met deze schakeling maak je een looplicht. Maak de schakeling volgens onderstaande tekening, zoom desnoods een beetje in
want deze is pittig. Experimenteer met de waarde van 100 KΩ weerstanden of de waarde van de Elco’s.